De gemeente Lanaken wil haar kernwinkelgebied versterken. Net zoals in veel andere Vlaamse steden wordt het centrum Lanaken in toenemende mate geconfronteerd met een herlokalisatie van handelszaken en toenemende leegstand. De gemeente wil een beleid ontwikkelen om deze trend te keren.
Het centrum moet weer aantrekkelijk worden. Een meer dynamisch centrum zet aan tot nieuwe investeringen en beperkt de koopvlucht maar verhoogt vooral de maatschappelijke leefbaarheid. De herstructurering van het kernwinkelgebied is een proces dat over verschillende jaren gespreid wordt. Nieuwe ingrepen moeten de samenhang, beleving en verblijfskwaliteit verhogen en moeten relaties versterken. Belangrijke aandachtspunten zijn het aantrekken van nieuwe spelers die als trekker kunnen fungeren, het creëren van een circuit en het concentreren van het kernwinkelgebied.
Een versterking van het kernwinkelgebied wordt ook gestimuleerd door het sturen op perifere handelsvestigingen. Het lokaal bedrijventerrein ‘Smeermaas’ biedt –door het opstellen van een BPA in 1996 - ook ruimte voor handelszaken. Hierdoor kan deze omgeving in concurrentie treden met het kernwinkelgebied. Het is wenselijk om voorwaarden te koppelen op vlak van de omvang en de aard van de handelszaken die zich in dit lokaal bedrijventerrein willen vestigen. Hierdoor wordt ook de noodzakelijke ruimte gecreëerd voor lokale bedrijven die productie of verwerking verbinden met verkoop.
Deze conclusie noopt tot het wijzigen van het BPA.
Met de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Industriezone Smeermaas zal de zone verdeeld worden in twee deelgebieden, een zone voor enkel ambachtelijke bedrijven en een zone waar naast de ambachtelijke bedrijven ook handelzaken worden toegelaten onder beperkte voorwaarden :
Het betreft dan handelszaken die omwille van hun verkoopsoppervlakte, bergruimten en leveringen nood hebben aan voldoende ruimte :
* Verkoop van auto’s, caravans of boten
* Meubelzaken
* Verkoop van keukens en badkamers
* Tuin- en plantencentra
* Dierenhandel
* Doe-het-zelfzaken – bouwmarkten
Door het bijkomend opleggen van een minimum te realiseren vloeroppervlakte verhindert men dat handelszaken die omwille van de schaal wel in het kernwinkelgebied ingepast kunnen worden, zich toch perifeer vestigen.
Zo zal er in het RUP de minimum te realiseren netto-verkoopsoppervlakte worden vastgelegd op 750m2 en dient de bruto-oppervlakte minimaal 1000m2 te bedragen.
Het centrum moet weer aantrekkelijk worden. Een meer dynamisch centrum zet aan tot nieuwe investeringen en beperkt de koopvlucht maar verhoogt vooral de maatschappelijke leefbaarheid. De herstructurering van het kernwinkelgebied is een proces dat over verschillende jaren gespreid wordt. Nieuwe ingrepen moeten de samenhang, beleving en verblijfskwaliteit verhogen en moeten relaties versterken. Belangrijke aandachtspunten zijn het aantrekken van nieuwe spelers die als trekker kunnen fungeren, het creëren van een circuit en het concentreren van het kernwinkelgebied.
Een versterking van het kernwinkelgebied wordt ook gestimuleerd door het sturen op perifere handelsvestigingen. Het lokaal bedrijventerrein ‘Smeermaas’ biedt –door het opstellen van een BPA in 1996 - ook ruimte voor handelszaken. Hierdoor kan deze omgeving in concurrentie treden met het kernwinkelgebied. Het is wenselijk om voorwaarden te koppelen op vlak van de omvang en de aard van de handelszaken die zich in dit lokaal bedrijventerrein willen vestigen. Hierdoor wordt ook de noodzakelijke ruimte gecreëerd voor lokale bedrijven die productie of verwerking verbinden met verkoop.
Deze conclusie noopt tot het wijzigen van het BPA.
Met de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Industriezone Smeermaas zal de zone verdeeld worden in twee deelgebieden, een zone voor enkel ambachtelijke bedrijven en een zone waar naast de ambachtelijke bedrijven ook handelzaken worden toegelaten onder beperkte voorwaarden :
Het betreft dan handelszaken die omwille van hun verkoopsoppervlakte, bergruimten en leveringen nood hebben aan voldoende ruimte :
* Verkoop van auto’s, caravans of boten
* Meubelzaken
* Verkoop van keukens en badkamers
* Tuin- en plantencentra
* Dierenhandel
* Doe-het-zelfzaken – bouwmarkten
Door het bijkomend opleggen van een minimum te realiseren vloeroppervlakte verhindert men dat handelszaken die omwille van de schaal wel in het kernwinkelgebied ingepast kunnen worden, zich toch perifeer vestigen.
Zo zal er in het RUP de minimum te realiseren netto-verkoopsoppervlakte worden vastgelegd op 750m2 en dient de bruto-oppervlakte minimaal 1000m2 te bedragen.